IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur



Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi


Kleine Zwaan (Cygnus columbianus)

Kleine Zwaan (Cygnus columbianus)


 

Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Het geluid lijkt op dat van de Wilde Zwaan, doch is veel muzikaler en welluidender.

Herkenning: Kleiner dan een Knobbelzwaan. Het geel op de snavel is veel geringer dan bij de Wilde Zwaan.

Biotoop: De Broedgebieden liggen in de hoognoordelijke toendra's van Noord-Rusland en West-Siberië. Begin jaren dertig stelden Gerrit Brouwer en Luuk Tinbergen al vast dat Nederland een belangrijke rol voor trekkende en overwinterende Kleine Zwanen in Europa vervulde. Het voorkomen van fonteinkruid in het verzoetende IJsselmeer hield daar sterk verband mee. Tegenwoordig vinden ze bij aankomst in het najaar nog voldoende voedsel (kranswieren en foneinkruidknollen), maar als het voedsel in het IJsselmeer later schaarser wordt wijken ze uit naar vooral grasland en soms ook naar akkers met oogstresten, zoals bieten.

Trekken of blijven: De eerste Kleine Zwanen arriveren meestal eind september of begin oktober en geleidelijk aan bevolkt een groot gedeelte van de hoognoordelijke broedvogelbevolking ons land. De belangrijkste overwinteringsgebieden van de Kleine Zwaan liggen namelijk in Nederland en Engeland. In België kan tijdens strenge vorstperioden het aantal niet verder oplopen dan maximaal zo'n 450 exemplaren. Kleinere aantallen overwinteren ook in Denemarken, Duitsland en Ierland. De wegtrek vindt voornamelijk plaats in de loop van februari.

Bedreigd of niet? Ze komen in Nederland meestal voor in kleine tot heel grote troepen. Daarin zijn wel nog duidelijk de gezinnetjes te onderscheiden, dus wijfje en mannetje met één, soms twee of drie jongen en niet zelden zonder jongen. Zo krijgt men jaarlijks een aardig inzicht in de broedresultaten van het afgelopen broedseizoen.

Aantal broedparen in Nederland: -

Verspreiding in Nederland: In de Polder Arkenheen, één van de belangrijkste wetlands in Nederland, verblijven 's winters duizend tot tweeduizend exemplaren, die vooral foerageren op beemd- en raaigras. In deze gunstig gelegen polder bij Nijkerk komt ruim 10% van de totale Europese populatie voor. Als slaapplaats gebruiken ze vaak de nabijgelegen randmeren. De gehele populatie wordt geschat op zo'n 25.000 dieren, waarvan er in Nederland in december gemiddeld zo'n 19.000 stuks worden geteld.