IVN Vecht & Plassengebied - Kennis der Natuur


Excursies | Vogels | Vleermuizen | Natuurgebieden | Groencursus | Natuurgidsencursus | Organisatie | IVN Vecht & Plassengebied

Fotoboek | Natuurkrant | Vogelreis Falsterbo | Waterkwaliteit | Virtuele excursie Gunterstein | Poelenwerkgroep het Gooi


Geoorde Fuut (Podiceps nigricollis)

Geoorde Fuut (Podiceps nigricollis)
Klik op de foto voor een groter exemplaar


Geluid:

© ETI BioInformatics, SoortenBank.nl

Grootte: Kleiner dan een Fuut, groter dan een Dodaars. In het winterkleed zijn ze vaak moeilijk te onderscheiden van de Kuifduiker. De Kuifduiker is dan witter aan hals en oorstreek, maar een goed kenmerk bij de Geoorde Fuut is de iets opgewipte ondersnavel en het karakteristieke hoge voorhoofd.

Biotoop: De Geoorde Fuut broedt in kleine zoetwaterplasjes (duinplassen!) en heidevennen in kleine en soms zelfs in grote kolonies. Niet zelden broeden ze in plasjes waar zich kolonies van de Kokmeeuw bevinden. Blijkbaar verkiezen ze dezelfde biotoop, maar of er van een bepaalde symbiose sprake is, daar is men het niet altijd over eens. In elk geval schijnen ze zich bij de vele, lawaaierige Kokmeeuwen erg op hun gemak te voelen en ze maken een goed gebruik van hun waakzaamheid.

Territorium: -

Trekken of blijven: Trekken. Ze trekken in klein aantal bij ons door en kunnen hier ook overwinteren.

Bedreigd of niet? De Geoorde Fuut is een schaarse broedvogel, waarvan het aantal broedparen sinds hun eerste vestiging rond 1918 sterk aan fluctuaties onderhevig is. Ze vertonen een wat zigeunerachtig karakter ten gevolge van soms grote droogten in Zuid- en Zuid-Oost_Europa waardoor hun broedgebieden uitgedroogd raken. Ze gaan dan op zoek naar andere broedgebieden onder meer in West-Europa. Op die broedplaatsen komen ze dan zo mogelijk jaarlijks terug.

De soort staat op de Rode Lijst vanwege de geringe omvang en de kwetsbaarheid van de broedpopulatie in ons land.

Het beschermen van Geoorde Futen is geen eenvoudige zaak, vanwege het sterk wisselende voorkomen, zowel in aantal als wat gebieden betreft. Van belang is het voorkomen van verstoring op de broedplaatsen en vooral het op peil houden van de waterstand in (potentieel) belangrijke broedgebieden. Zo kan het plotse verdwijnen van de soort bij enkele vennen bij Ossendrecht (NB) niet los worden gezien van de door ontwatering veroorzaakte verdroging in die regio. In het kader van het uit gebruik nemen van landbouwgronden zou het vaker laten onderlopen van grasland wellicht overweging verdienen. Ook andere soorten (Sterns, Porseleinhoen) kunnen hiervan profiteren. Een onnatuurlijk grote dichtheid aan roofvis kan leiden tot predatie van jonge Geoorde Futen. Het uitzetten van roofvis, als dat al nodig is, dient dan ook gematigd te worden. Om de ontwikkeling van de broedpopulatie te kunnen volgen, dienen alle broedplaatsen jaarlijks geteld te worden

Aantal broedparen in Nederland: 270 broedparen (1994).

Verspreiding in Nederland:


Atlas van de Nederlandse Broedvogels